Recensie | Guus Kuijer — De bijbel voor ongelovigen. Het begin
Van ‘bijbelse vertellingen voor kinderen’ tot en met de Statenvertaling: ik ben opgegroeid met de verhalen uit de Bijbel. Guus Kuijers Bijbel voor ongelovigen is eigenlijk bedoeld voor mensen die niet christelijk zijn opgevoed en daarom de verhalen uit het boek Genesis over Adam en Eva, Noach en de ark, de toren van Babel, Abraham en Sara, de stad Sodom, de broers Jakob en Ezau en over Jozef in Egypte niet kennen. Maar omdat Kuijer zijn eigen invalshoek heeft en bovendien een fijne, geestige verteltrant hanteert, vond ook ik zijn eerste deel van De bijbel voor ongelovigen (2012) zéér de moeite waard.
Het boek begint nogal filosofisch met de schepping, maar al snel lijkt het alsof je een hedendaagse familiegeschiedenis aan het lezen bent. Jaloezie en frustratie zijn aan de orde van de dag. De focalisatoren zijn origineel gekozen en dat levert verrassende inzichten op. Zo beleven we de zondvloed vanuit Noachs zoon Cham en krijgt Sara een rol in het verhaal van Gods verbond met Abraham. Ik vermoed dat wanneer je bekend bent met de Bijbel je veel meer in de gaten hebt dat Kuijer nogal humoristisch uit de hoek kan komen. (De verteller weet bijvoorbeeld niet zeker of Lots vrouw daadwerkelijk in een zoutpilaar is veranderd, omdat niemand immers omgekeken heeft…) Ik vermoed daarnaast dat wanneer je erg bijbelvast bent, dit boek niks voor jou is.
Kuijer heeft de verhalen naverteld en is daarbij op zoek geweest naar ‘sporen van twijfel, tegenspraak, ongehoorzaamheid en zelfs ongeloof’ die in de bijbel te vinden zijn, zo schrijft hij in zijn Nawoord. Hij rekent af met personages die niet kritisch nadenken en een blind vertrouwen hebben. Verder legt Kuijer regelmatig uit hoe verhalen werken en wat het belang ervan is. Zo zegt Benjamin, Jozefs jongste broer:
‘Ik geef [Jozefs] verhalen door aan mijn kinderen. Zij zullen die verhalen op hun manier doorvertellen. Ze zullen een gebeurtenis of een uitspraak die ze niet bevalt weglaten, ze zullen andere toevoegen, want een verhaal is als een levend organisme, dat groeit en van vorm verandert tot het misschien ooit volwassen is. Ik vertel Jozefs verhaal zo nauwkeurig mogelijk, maar ik weet dat ik toevoeg en weglaat zonder het zelf te merken, want geen enkele mond spreekt als de andere, niemand heeft dezelfde tong.’ (p. 269)
En in het ‘Slotwoord van Jochebed’ waarschuwt Kuijer de lezer met de volgende woorden:
‘[V]erhalen worden meestal na het vallen van de duisternis verteld, waardoor je niet altijd weet wie er nu precies aan het woord is. Het kan zijn dat iemand mijn naam gebruikt om zijn verhaal van meer gezag te voorzien dan het verdient. Blijf dus zelf bedenken wat u gelooft en wat niet.’ (p. 284)
Voor mij was het boek een grote verrassing, ondanks dat ik de verhalen min of meer kende. Omdat de Bijbel van grote invloed is geweest op onze cultuur, is dit boek voor velen leerzaam. Het goede nieuws is dat inmiddels deel 2 verschenen is. In De bijbel voor ongelovigen. De uittocht en de intocht vertelt Kuijer de verhalen uit het bijbelboek Exodus na. Ik kan niet wachten!