Tags: Joris van Casteren

Najaarbrochures 2014

Je had het nog van me te goed: het overzicht van de aanbiedingsbrochures van literaire uitgeverijen! Het boekseizoen is begin augustus van start gegaan, en daar horen nieuwe brochures bij. Van welke auteur verschijnt binnenkort een nieuw boek? En welke titel mag je absoluut niet missen? Je vindt het in deze brochures!

I-tried-to-get-to-sleep

Hierbij de links naar de online versies van de brochures:

Nederlanse literatuur is mijn ‘aandachtsveld’, dus bij het doorbladeren focus ik me op auteurs uit Nederland of Vlaanderen. Wat verschijnt er een hoop moois! Ik kijk uit naar het nieuwe werk van Deniz Kuypers dat deze maand bij Ambo|Anthos verschijnt. Bij dezelfde uitgeverij wordt in januari een nieuwe roman van Auke Hulst verwacht. Nog deze maand verschijnt bij de Arbeiderspers nieuw werk van Christiaan Weijts (De linkshandigen) en Naomi Rebekka Boekwijt (Hoogvlakte). Uitgeverij Querido brengt de laatste voltooide roman van Bernlef uit. Ook las ik bij deze uitgeverij over een aangrijpende familiegeschiedenis geschreven door Jaap Cohen. Een non-fictie titel die mijn aandacht trekt is een boek van Reggie Baay over de geschiedenis van de slavernij in Nederlands-Indië (januari bij Athenaeum).

Uitgeverij Atlas Contact maakte me dit najaar al blij met  de nieuwe romans van Jeroen Brouwers, Hanna Bervoets en Adriaan van Dis, maar er zit nog meer moois aan te komen: de nieuwe roman van P.F. Thomése, De onderwaterzwemmer, wordt alvast aangekondigd én in het voorjaar kunnen we het langverwachte boek van Maarten ’t Hart over zijn moeder tegemoet zien. Verder hebben de debuutromans  van Roelof ter Napel en Roanne van Voorst hebben mijn aandacht.

Bij De Bezige Bij verschijnt in januari Liefde bij wijze van spreken, een nieuwe roman van Yves Petry en ook Ernest van der Kwast komt met nieuw werk: IJsmakers. Van Hafid Bouazza wordt bij Prometheus een boek aangekondigd met de titel Vrede is de nacht. Ook verschijnt er werk van onder anderen Marja Pruis, Herman Brusselmans (uiteraard!) en Joris van Casteren. De uitgeverij scoorde dit najaar al met het nieuwe boek van Griet Op de Beeck, Kom hier dat ik u kus. Qua poëzie kunnen we ons verheugen op bundels van Lévi Weemoedt, Toon Tellegen en Ingmar Heytze. Ik heb de komende maanden niets te klagen!

Naar welke (nog te verschijnen) boeken kijk jij uit?

Recensies door Inge

 

Hieronder vind je een alfabetisch overzicht van alle boeken die ik op dit blog besproken heb. De teksten zijn van mijn hand, tenzij anders vermeld (bijvoorbeeld citaten of blurb). De recensies moeten opgevat worden als persoonlijke leeservaringen. Het maakt niet uit of ik een boek gekregen, geleend of zelf gekocht heb: ik geef mijn oprechte mening.

A
Ilse Akkermans — Bestemming Soerabaja (2014)
Yasmine Allas — De onvoltooide (2013)
Karin Amatmoekrim — De man van veel (2013)

B
Gerbrand Bakker — Boven is het stil (2006)
Abdelkader Benali — De stem van mijn moeder (2009)
Walter van den Berg — Van dode mannen win je niet (2013)
Bernlief — Wit geld (2014)
Naomi Rebekka Boekwijt — Hoogvlakte (2014)
Wanda Bommer — De bijvangst (2014)
Marlies Brenters — Overzee (2015)
Martin Bril — Het geluk dat gezin heet (2013)
Pauline Broekema — Het Boschhuis (2014)
Jan Brokken — De vergelding (2013)

C
Joris van Casteren — Zeg mijn lezers dat ik doorschrijf (2006)
Louis Couperus — Eline Vere (1889)
Louis Couperus — Van oude mensen, de dingen, die voorbijgaan (1906)

D
Adriaan van Dis — Tikkop (2010)
Owen Donkers — IJsbrood (2013)

E
Anna Enquist — De verdovers (2011)

F

G
Elke Geurts — De weg naar zee (2013)
Wouter Godijn — Hoe ik een beroemde Nederlander werd (2013)
Anne-Gine Goemans — Glijvlucht (2011)
Arnon Grunberg — Tirza (2008)
Arnon Grunberg — Huid en haar (2010)
Frank Gunning — Meisje van glas (2014)

H
Hella S. Haasse — Heren van de thee (1992)
Maarten ’t Hart — Magdalena (2015)
Thomas Heerma van Voss — Stern (2013)
Toine Heijmans — Op zee (2011)
Toine Heijmans — Pristina (2014)
Hanneke Hendrix — De dyslectische hartenclub (2014)
Ingmar Heytze — Reisoefeningen (2013)
Auke Hulst — Kinderen van het ruige land (2012)

I

J
Arthur Japin — Maar buiten is het feest (2012)
Oek de Jong — Pier en oceaan (2012)
Pia de Jong — Lange dagen (2008)

K
Eva Kelder — Het leek stiller dan het was (2014)
Yvonne Keuls — Koningin van de nacht (2014)
Corine Kisling — Het badhuis (2013)
Judith Koelemeijer — Hemelvaart (2013)
Auke Kok — De eenzaamste vrouw van Amsterdam (2014)
Guus Kuijer — De bijbel voor ongelovigen (2012)
Guus Kuijer — De bijbel voor ongelovigen. De uittocht en de intocht (2013)
Sjoerd Kuyper — Hotel De Grote L (2014)
Deniz Kuypers — Dagen zonder Dulci (2013)
Ernest van der Kwast — Mama Tandoori (2010)

L
Joke van Leeuwen — Feest van het begin (2012)
Sander van Leeuwen — Liever geen applaus voor ik leef (2015)
Ted van Lieshout — Mijn meneer (2012)
Tomas Lieske — Door de waterspiegel (2014)
Tessa de Loo — Kenau (2013)
Jannah Loontjens — Misschien wel niet (2014)

M
Alma Mathijsen — De grote goede dingen (2014)
Myrthe van der Meer — PAAZ (2012)
Mariët Meester — Hollands Siberië (2014)
Victor Meijer — Snoepreis (2013)
Margriet de Moor — Mélodie d’amour (2013)
Erwin Mortier — Gestameld liedboek. Moedergetijden (2011)
Charlotte Mutsaers — Koetsier Herfst (2008)

N

O
Christine Otten — Rafaël (2014)

P

Q

R
Jaap Robben — Birk (2014)

S

Ida Simons — In memoriam Mizzi (1956)
Ida Simons — Een dwaze maagd (1959)
Pauline Slot — De hond als medemens (2014)
Susan Smit — Gisèle (2013)
Gerardo Soto y Koelemeijer — De gestolen kinderen (2013)
F. Springer — Met stille trom (2012)
Rinus Spruit — Een dag om aan de balk te spijkeren (2013)

T
Peter Terrin — Post mortem (2012)
P.F. Thomése — Het bamischandaal (2012)
Franca Treur: De woongroep (2014)
Elfie Tromp — Goeroe (2013)

U

V
Dimitri Verhulst — De laatkomer (2013)
Carlijn Vis – Vrij spel (2012)

W
Bert Wagendorp — Ventoux (2013)
Christiaan Weijts — De linkshandigen (2014)
Frank Westerman — Stikvallei (2013)
Aukelien Weverling — Het land (2013)
Jolande Withuis — Juliana’s vergeten oorlog (2014)
Maartje Wortel — IJstijd (2014)

X

Y

Z
Annejet van der Zijl — Moord in de Bloedstraat (2013)

Recensie: Joris van Casteren — Zeg mijn lezers dat ik doorschrijf

Iedere tijd kent zijn eigen literaire beloftes. Debutanten dromen van een loopbaan in de letteren en grote prijzen. Maar wie kent Kees Wielemaker nog? Of Maartje Luccioni? Ogenschijnlijk leek hun carrière in niets te verschillen van die van hun collega’s die tegenwoordig gerekend worden tot succesvolle auteurs. Maar de schrijvers uit Zeg mijn lezers dat ik doorschrijf. Portretten van vergeten schrijvers (2006) kregen allen op een dag te horen dat hun boeken niet meer zouden worden uitgegeven. Joris van Casteren zocht deze schrijvers op en portretteerde hen. Ik kocht het boekje voor € 5,- in de ramsj, en las af en toe een hoofdstukje.

Het zijn stuk voor stuk interessante geschiedenissen. Zoals het verhaal van Judicus Versteegen (1933). Zijn debuut in 1967 werd gezien als ‘een literaire voltreffer’. Er volgden nog zeker tien titels. En toch raakte de auteur in de vergetelheid, zijn werk verkocht niet goed. Hij kon niet meer leven van de pen en verblijft bij het verschijnen van dit boek al meer dan twintig jaar in een psychiatrische inrichting. Hij schrijft van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Zijn kamer staat vol met verhuisdozen die gevuld zijn met ongepubliceerde manuscripten. Wat moet daarmee gebeuren? ‘Verbranden zou een mogelijkheid zijn,’ is het antwoord van Versteegen.

De verhalen zijn heel divers. De meeste geportretteerden zijn geboren schrijvers en hebben de moed nog niet opgegeven. ‘Voor mijn gevoel is het nog niet afgelopen,’ zegt Huub van Haaren bijvoorbeeld, wiens debuut ondanks de goede ontvangst naar De Slegte werd afgevoerd. Christien Kok heeft na tien jaar zonder uitgever nog niet besloten of ze wil stoppen of doorgaan. Anderen hebben de literatuur bewust de rug toegekeerd, soms verbitterd. Alexander Zwagerman wil geen grachtengordelschrijver zijn, zoals zijn broer. Literaire boeken zal hij niet meer schrijven. ‘Al die netwerken onderhouden en mensen leren kennen die je niet wilt kennen, ik moet er niet aan denken.’

Dat boeken uitgeven vooral een commerciële zaak is, heeft men soms niet in de gaten. ‘Ik snap niet dat geen uitgever mededogen kent met een schrijfster die al zeven boeken op haar naam heeft staan. Voor wie het schrijven een levensvervulling is,’ zegt schrijfster Flip Willemsen misnoegd. En Helen Knopper schreef in een boze brief aan haar uitgever: ‘Als ik Reve had geheten, hadden jullie mij geredigeerd tot je blauw zag.’ Maar zo werkt het niet. Het draait allemaal om de oplages, de verkoopcijfers. Natuurlijk zijn lovende kritieken fijn, maar een boek moet wel verkopen. Tijdens het lezen van dit boekje heb ik mij soms verbaasd over hoe lang een uitgever nog doorging met het publiceren van werk van een gematigd auteur. En volgens mij waren de werkbeursen in de jaren tachtig ook niet mis! Dat neemt niet weg dat er ongetwijfeld literaire hoogstandjes de weg naar het publiek níet gevonden hebben, wat een treurige gedachte is. ‘Na mijn dood wacht hier een literaire schat die grondig bestudeerd zal moeten worden,’ zegt Steven Membrecht bezwerend.

Van Casteren schrijft op een afstandelijke toon, wat de pijnlijkheid van sommige gevallen nóg beter doet uitkomen. Zeg mijn lezers dat ik doorschrijf is een aandoenlijk boek over vergeten schrijvers, zeker de moeite waard voor een ieder die geïnteresseerd is in het boekenvak. En misschien kan het boek gelden als een waarschuwing voor debutanten die denken dat de wereld aan hun voeten ligt. Eén schale troost: sommige schrijvers worden pas geroemd ná hun dood…