Recensie | P.F. Thomése — De onderwaterzwemmer
Soms vergeet ik heel even wat écht goede literatuur is. Niet dat ik doorgaans zoveel ‘troep’ lees hoor (ik selecteer nauwkeurig), maar het gebeurt niet vaak dat je na enkele pagina’s al weet dat je met een uitzonderlijk goed boek te maken hebt. Zo eentje die je bijblijft, waarvan je hoopt dat je hem in de toekomst nog ‘ns zal lezen zodat je er meer van begrijpt. De onderwaterzwemmer (2015) van P.F. Thomése is zo’n boek. Ik bleef maar mooie passages onderstrepen!
‘Dat is overleven: je wordt een ander. Jij sterft, het is die ander die van het ongeluk wegloopt.’ (p. 237)
Het boek bestaat uit drie delen die heel verschillend van toon zijn, maar telkens is het zulk sterk proza! Heel indrukwekkend. De focalisatie ligt bij Tin van Heel, die in deel 1 nog maar een jongen van 14 jaar is. Het is 1944, samen met zijn vader zwemt hij ’s nachts de rivier over om in bevrijd gebied terecht te komen. Maar de jongen komt alleen aan de overkant aan. Terwijl het langzaam dag wordt, zit hij in de uiterwaard te wachten op zijn vader die nergens te bekennen is. Paniek en ongeloof komen in Tin op: wat moet hij doen? Als hij hulp krijgt van de dorpsbewoners en weer naar huis teruggebracht wordt, bevestigt Tin daarmee in zijn beleving de verdwijning van zijn vader. Thomése weet de verlammende gemoedstoestand van Tin heel goed onder woorden te brengen. Onderstaand filmpje, waarin de schrijver het begin van het boek voorleest, illustreert het gevoelige, bijna poëtische eerste deel van De onderwaterzwemmer.
Het tweede deel speelt zich dertig jaar later af. Samen met zijn vrouw Vic reist Tin – min of meer tegen zijn zin in – af naar Afrika, om daar Salif, een Foster Parents-kind, te bezoeken. Het hele avontuur valt Tin vanaf het begin tegen. Daarnaast brengt de reis bij Tin, onbedoeld en onverwacht, herinneringen aan zijn verdwenen vader terug waarbij schuldgevoel de boventoon voert. Het stel krijgt te maken met alle clichés de je je kunt voorstellen bij zo’n reis, op het naïeve af. Komische kost voor de lezer, totdat het verhaal ineens heel spannend wordt: er vindt een ingrijpende gebeurtenis plaats. Opnieuw blijkt dat Tin niet de regie over zijn eigen leven voert.
Weer dertig jaar later, in 2004, komen we Tin in een heel andere hoedanigheid tegen. In dit derde deel is hij een man van 74 en ligt hij te creperen in een ziekenhuis op Cuba. Dezelfde Tin, in een heel andere levensfase. Opnieuw heeft hij te maken met schuldgevoelens: zijn dochter heeft hem de noodlottige reis naar Afrika nooit vergeven. Dit derde deel is minder verhalend geschreven dan deel 2, eerder gelaten en nuchter (realistisch).
Zoals ik eerder schreef is dit zo’n boek dat je eigenlijk moet herlezen om de verschillende thema’s en motieven die erin opgesloten liggen te ontdekken. Verlies en afwezigheid, schuldgevoel en angst: het speelt allemaal een rol in De onderwaterzwemmer. Thomése geeft de lezer boeiende inzichten doordat hij zo dicht bij Tins gevoelsleven blijft. En dat in een overweldigend mooie stijl. Ik zeg: lees dit boek!
PS De onderwaterzwemmer is nauwelijks te vergelijken met Thoméses avontuurlijke verhalen met J.Kessels, waarover ik eerder schreef dat ze hilarisch en vunzig zijn. Eén ding hebben deze boeken wel gemeen: ze zijn zeer goed geschreven. Thomése is van alle markten thuis.