Uitgevers en boekhandelaren laten de lezer graag kennismaken met nieuwe boeken. En wat is nu de beste manier om een publicatie aan te prijzen? Inderdaad, met de inhoud. Op internet zijn dan ook heel wat leesfragmenten en zogenoemde voorpublicaties te vinden. Zo kun je – vaak nog voor verschijnen – een indruk krijgen van het boek.
Mijn tips:
Bij uitgeverij Cossee verscheen half mei het boek van Ilse Akkermans over de lotgevallen van haar vader toen hij als jongeman naar Nederlands-Indië werd gestuurd: Bestemming Soerabaja. Lees hier een fragment.
Met zijn vorige roman, Post mortem (2012), won Peter Terrin de AKO Literatuurprijs. Inmiddels is zijn nieuwste boek verschenen bij zijn nieuwe uitgeverij De Bezige Bij. Op de website van boekhandel Athenaeum kun je een voorpublicatie van Monte Carlo vinden.
Het nieuwe boek van Herman Koch, Geachte heer M., kwam hoog binnen in de Bestseller 60. Nieuwsgierig? Je kunt hier alvast de eerste twee pagina’s lezen.
De Vlaamse Valerie Eykmans publiceerde vorige maand haar tweede roman bij Podium. Via deze link kun je een voorpublicatie van De dierbaren lezen.
Wil jij ook meer boeken die oorspronkelijk in het Nederlands geschreven zijn lezen? Stel jezelf dan tot doel om in 2014 zo veel mogelijk werk van Nederlandse of Vlaamse auteurs te lezen. Doe ook mee aan de uitdaging Ik lees Nederlands! Je kunt je aanmelden door het formulier onderaan deze pagina in te vullen.
(In 2015 wordt de uitdaging georganiseerd door Jenny en Tessa. Je kunt er hier alles over lezen. Doe je ook weer mee?)
Maandelijks worden onder de deelnemers die een titel toevoegen boeken verloot! Hoe meer boeken je toevoegt, hoe meer kans je maakt. Winnaars krijgen een bericht en worden op deze pagina vermeld.
Januari
De mooiste dagen zijn het ergst (2009) van Anke Scheeren
Een dag om aan de balk te spijkeren (2013) van Rinus Spruit
Gewonnen door Elly!
Februari
Glijvlucht (2011, Colibri-editie) van Anne-Gine Goemans
IJstijd (2013) van Maartje Wortel
Gewonnen door Lalagè!
Maart
Vallen als het heet is (2013) van Jelmer Jepsen
De bijvangst (2014) van Wanda Bommer
Gewonnen door Suzanne!
April
M. (2012) van Shira Keller
Woesten (2013) van Kris van Steenberge
Gewonnen door Jannie!
Mei
Suzanna Jansen — Het pauperparadijs (2011, 6 cd-luisterboek)
Annejet van der Zijl — Moord in de Bloedstraat (2013, 4 cd-luisterboek)
Gewonnen door Mieke P.!
Juni
Ellen Heijmerikx — Wij dansen niet (2011)
Peter Terrin — Post mortem (2012)
Gewonnen door Maria!
Juli
Gerbrand Bakker — Juni (2009)
Nico Dijkshoorn — Kleine dingen (2011)
Gewonnen door Pauline!
Augustus
Frank Gunning — Meisje van glas (2014)
Eva van Esch — Als ik de liefde niet had (2014)
Gewonnen door Leo!
September
Kristien Hemmerechts — Ann (2008)
Aefke ten Hagen — In naam van mijn vader (2010)
Gewonnen door:
Oktober
Theodor Holman — De grootste truc aller tijden (2013)
Hieronder vind je een alfabetisch overzicht van alle boeken die ik op dit blog besproken heb. De teksten zijn van mijn hand, tenzij anders vermeld (bijvoorbeeld citaten of blurb). De recensies moeten opgevat worden als persoonlijke leeservaringen. Het maakt niet uit of ik een boek gekregen, geleend of zelf gekocht heb: ik geef mijn oprechte mening.
Ik had niet eerder van de Vlaamse auteur Peter Terrin (1968) gehoord, maar ik ging zijn laatste roman lezen omdat hij er de AKO Literatuurprijs 2012 mee won. De roman werd ‘indrukwekkend’ genoemd en zou een antwoord geven op de vraag welke houvast literatuur kan bieden wanneer het noodlot toeslaat. Mijn verwachtingen waren behoorlijk hooggespannen toen ik aan Post mortem (2012) begon.
Zodra je begint te lezen dient er zich een soort Droste-effect aan. Peter Terrin schrijft over de fictieve schrijver Emiel Steegman die bezig is een boek te schrijven over een schrijver, een zekere T (waarbij Steegman en T veel overeenkomsten hebben). Met andere woorden: fictie binnen fictie binnen fictie. Het boek begint dus met Emiel Steegman die geen zin heeft om te komen opdraven bij een diner met Estse collega’s. Opeens schiet hem het ultieme excuus binnen: hij meldt zich af met de woorden: ‘Wegens nogal moeilijke tijden in de familie.’ Daarmee lijkt het probleem opgelost. Maar het zinnetje laat hem niet los. Steegman probeert zich voor te stellen welk verhaal een eventuele toekomstige biograaf hiervan zal maken als hij ooit zijn mail-conversatie uitpluist. Als een waar schrijver realiseert Steegman zich dat dit idee potentie heeft: er zit een boek in! Dat boek gaat over de beroemde auteur T, die last heeft van ‘biofobie’. T vraagt zich af: wie ben je na je dood? En kun je dat beïnvloeden?
In een interview door Jeroen Vullings voor Vrij Nederland legt Peter Terrin het nog eens uit: ‘Net als mijn hoofdpersoon, de schrijver Emiel Steegman, kreeg ik [het] idee onder de douche. Ik had daarvoor een mailtje gestuurd om mij af te melden voor een literaire bijeenkomst en ik had daarin het suggestieve zinnetje gebruikt: “Wegens nogal moeilijke tijden in de familie”. Tijdens het douchen dacht ik: stel dat ooit een biograaf dat leest, dan gaat hij op zoek naar wat er in die periode gebeurd moet zijn. Biografieën moeten tegenwoordig iets onthullen, dus komt hij aan met een verhaal dat niet de waarheid is, want er ís helemaal niks gebeurd. Toen dacht ik: stel dat ik morgen sterf, welk verhaal zal mijn dochter van vier, die nauwelijks herinneringen aan haar vader zal hebben, later te horen krijgen? Datzelfde laat ik in Post Mortem de schrijver Steegman allemaal overkomen. Hij op zijn beurt bedenkt daarop een existentiële thriller – mijn oorspronkelijke idee – over een veel beroemdere schrijver die een fobie voor zijn eigen biografie ontwikkelt. Omdat die biografie tot zijn oeuvre zal gaan behoren en het enige boek zal zijn waar hij geen controle over heeft. Daarom probeert hij invloed uit te oefenen op hoe er later over hem gedacht zal worden, hoe hij herinnerd zal worden.’
Maar dan krijgt Emiels 4-jarige dochtertje Renee een herseninfarct en balanceert ze op het randje van de dood. De wereld staat stil en de schrijver brengt zijn dagen door aan haar bed. Wat volgt is een hartverscheurend relaas van een machteloze vader. In het boek is duidelijk te zien dat Steegman de fictie laat voor wat het is, het ‘verslag’ schrijft hij op een typemachine in het ziekenhuis en daarom is dat in een ander lettertype afgedrukt. Dat dit gedeelte zo aangrijpt, deze ‘notities’, heeft hoogstwaarschijnlijk te maken met het feit dat Terrins eigen dochter dit overkwam.
In het derde en laatste deel van Post mortem blijkt dat Steegman toch een roman heeft geschreven. Maar de werkelijkheid heeft haar stempel op fictie gedrukt, niet andersom (waar T zo bang voor was).
Post mortem is een bijzonder boek, maar wat mij betreft te complex. Waarschijnlijk zou ik het moeten herlezen, maar daarvoor sprak de stijl me niet genoeg aan. Het spel met fictie en werkelijkheid – en alle vragen die je daarbij kunt stellen – is interessant. Het is ingenieus om dit thema in romanvorm inzichtelijk te maken, maar het maakt het boek erg gecompliceerd.
Lezentv.nl heeft een boeiend interview met Terrin opgenomen, hieronder een voorproefje, het hele interview (40 minuten) is hier te zien. Het is echt de moeite waard, het maakt het boek inzichtelijker.