Gedichten over boeken en lezen #4

De erg jonge dichter

Toen ieder weg was, gaf hij snel een wel
heel erg gesloten envelop. Hij draaide
nog wat en vluchtte, trots, verlegen. Nu
hij om mijn oordeel vraagt, zie ik hem beven.

Niets grijpt aan als een jonge dichter, echt
al heel mooi bleek, met wallen, lang
sluik haar, waarachter schuwe ogen.

Hij is mijn broertje: schuchter medeminnaar
van ’t mooiste meisje uit de klas, en
even eeuwig vergeefs.

Anton Korteweg
Uit: De stormwind van zijn hand (1975)

Plaats reactie

Je kunt de volgende HTML tags gebruiken:
<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>