Recensie | Rinus Spruit — Een dag om aan de balk te spijkeren

‘Het is vandaege een dag om aan de balk te spiekeren.’ Ik hoor het de vader van Maarten Rietgans, de hoofdpersoon uit Rinus Spruits Een dag om aan de balk te spijkeren (2013), zeggen. Die vader is een Zeeuwse keuterboer en geniet van zijn gewassen en heeft een goed leven. Hij beleeft van die mooie dagen. Zoon Maarten daarentegen kan het geluk niet vinden. Maarten Rietgans is zó schuchter, dat hij zichzelf niet kan ontplooien. We leren hem kennen als jongste bediende bij een bank. Na het plotselinge overlijden van zijn moeder vertrekt hij naar de grote stad waar hij als leerling-verpleegkundige aan de slag gaat.

Het was op een zondag, Rietgans en Maarten waren naar de kerk geweest. Ze hadden het eten opgegeten dat tante Ka had klaargemaakt. ‘Ik zal eens danken,’ zei Rietgans. Hardop sprak hij zijn dankgebed. Bij de regel ‘Wij danken u van harte, voor noodruft en voor overvloed’ dacht Maarten: ik ga hier weg. ‘Amen,’ zijn Rietgans, direct gevolgd door ‘ik zal eens lezen.’ Hij pakte de bijbel zoals hij dat zondags altijd deed na het middageten. Tijdens het voorlezen van een psalm van David wist Maarten het zeker. Ik ga weg uit Zeeland. En ik zoek vader elke week op. (p. 30-31)

Maar Maartens faalangst achtervolgt hem. Ook lukt het hem niet om een vrouw te vinden: hij durft zich niet te binden, zelfs niet aan Aagje. Het meisje kiest eieren voor haar geld, maar blijft bij Maarten nog jaren door z’n hoofd spoken. Maarten krijgt genoeg brieven naar aanleiding van zijn veelvuldig geplaatste contactadvertenties, maar is zó kritisch, dat hij uiteindelijk met lege handen blijft zitten.

Maartens verlegenheid ontwikkelt in hem de drang om beter en belangrijker te zijn dan de mensen om hem heen. Hij wil bovenmatig presteren en niet onopgemerkt blijven. Maar telkens wanneer het er op aan komt, vlucht hij. Ook als buschauffeur, meteropnemer en fotograaf voelt hij zich niet gelukkig. Vader Rietgans begrijpt niet waarom zijn zoon niets vol kan houden. ‘Jongen, jongen, jongen,’ is zijn commentaar.

Maartens onvermogen om contacten aan te gaan, zijn streven naar het allerhoogste en de band met zijn vader, ontroeren de lezer. Rinus Spruit schrijft fijngevoelig, er staat geen woord te veel. Sommige passages – met name over fotografie – vond ik bijzonder beeldend beschreven. Je ziet en beleeft met Maarten mee. Waar je eerst moet glimlachen om de stuntelige, kieskeurig Maarten, krijg je steeds meer medelijden.

Hij zou willen dat hij iemand zonder problemen was. Dat hij werk had naar zijn zin. Dat hij een vrouw had van wie hij hield. Hij zou dat willen, als was het alleen maar voor vader. (p. 136)

De toon van het verhaal is dan ook wat droevig, Maarten tobt wat af. Maar het levert wel een prachtige, zeer leesbare roman op. Het Zeeuwse landschap, waaronder de Westerschelde, spelen een mooie rol in Een dag om aan de balk te spijkeren. Enig minpunt vond ik de grote tijdsprongen die er af en toe worden gemaakt. Maarten Rietgans is een intrigrerend figuur en zijn verhouding tot zijn vader is interessant. De schrijver gebruikt iets meer dan 200 pagina’s om ruim dertig levensjaren te vertellen, dat hadden er wat mij betreft meer mogen zijn.

5 comments

Plaats reactie

Je kunt de volgende HTML tags gebruiken:
<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>