Recensie | Naomi Rebekka Boekwijt — Hoogvlakte
Bij het lezen van de debuutroman van Naomi Rebekka Boekwijt moest ik denken aan Gerbrand Bakker. Een heel goed teken. In Hoogvlakte (2014) vinden we dezelfde verstilde sfeer van het platteland. En ook haar stijl heeft met die van Bakker van doen: hoewel minder karig en trefzeker, is de toon beheerst en de woordkeuze precies. Het boek ademt kalmte en gelatenheid:
‘De vlakte was een Nebelloch geworden. De vochtigheid hield aan. Op een aantal akkers stonden de geulen nog steeds vol water. Er zat niks anders op dan te wachten tot het droger werd.’ (p. 29)
Maite, de ik-verteller in Hoogvlakte, is een jonge Nederlandse vrouw en werkt sinds anderhalf jaar op de afgeleefde boerderij van Moser in het Zwitserse Feldi. Ze voert er allerhande taken uit: van het vee verzorgen tot aardappels rooien. In haar vrije tijd rijdt ze motor en trekt ze op met haar leeftijdsgenoot Agnes die aan de overkant van het dal woont. Veel meer sociale contacten heeft Maite niet. Tot Reina, een Zwitserse van midden dertig, haar paard komt stallen op de boerderij van Moser. De vrouwen voelen zich tot elkaar aangetrokken.
Door het dal stroomt de Thur. Het dichtst bij de rivier staan de gebouwen van Moser: zijn boerderij is oud en verzonken. De hoeve van Agnes’ vader Wyss staat hoger en de akkers liggen strak rond het bedrijf. Moser is een gelovig man, maar het lukt hem niet Gods water over Gods akker te laten lopen. Hij maakt zich zorgen over het stijgende peil in de Thur. Zijn koeien gaan naar een boer op de berg en het hogerop gelegen schuurtje laat hij tot een soort ark vertimmeren. ‘Het water komt’, zegt Moser. Het zal wel loslopen, denkt Maite.
Heimwee naar de Hollandse benepenheid heeft de verteller niet. Echter, haar nieuwe woonplaats – waar de tijd stil lijkt te staan – benauwd haar ook. Mosers waanzin lijkt steeds meer toe te nemen. Heel af en toe leeft Maite op; er zijn incidentele momenten van geestdrift. Haar band met Reina, dansen in een uitgaansgelegenheid en motorrijden geven haar een kortstondig gevoel van vrijheid. Toch lijkt alles bij het oude te blijven. Iets wat Maite moeilijk kan accepteren. Maar de spanning neemt toe: zal de Thur buiten haar oevers treden? Het overstromingsgevaar zet de verhoudingen op scherp. Hoe zal Moser reageren? En hoe gaat het verder met Reina en Maite? Lukt het hen om écht dichter tot elkaar te komen?
‘Na het melken op de berg was ik vroeg thuis. Ik besloot nog een stuk te gaan lopen. Niet wandelen. Wandelen was onder de tucht van het gezin een slenterend, vreugdeloos gebeuren geweest. Ik stapte flink door. Het zou gaan bliksemen en daar hield ik van. Dat geweld, en daar middenin zijn. Ik liep ter hoogte van Altikon toen de hemel brak. Het flitste en donderde. De regen kwam niet in stromen, zoals in Holland, maar gestaag. Toch was het of alles wat er het afgelopen jaar gegroeid was definitief werd weggespoeld. Vroeger zou ik gekleumd hebben, maar nu had ik zo’n goede doorbloeding dat de aderen bol op mijn handen stonden. Ik hoorde mezelf ademen. Hoezeer had de omgeving invloed op het lichaam. Zij had mij fit en krachtig gemaakt, mijn huid vet tegen de kou en het vocht; het kalkwater sterkte mijn botten.’ (p. 129)
Ik heb genoten van Hoogvlakte. De stijl was goed gedoseerd, een enkel cliché of juist hoogdravende bewoording daargelaten. Je wordt meegenomen in het verhaal, de dreiging van het water geeft het verhaal een zekere onheilspellendheid. De aandacht voor natuur en dieren was aangenaam. Ja, ik ben onder de indruk van dit boek. Naomi Rebekka Boekwijt heeft Gerbrand Bakker niet geëvenaard, maar het komt zeker in de buurt.
De eerste dertig pagina’s van Hoogvlakte kun je hier alvast lezen. Zaterdag 20 december wordt op het digitale kanaal NPO Cultura een interview met Naomi Rebekka Boekwijt uitgezonden dat Kenneth van Zijl onlangs (ik was erbij!) voor Letteren&cetera deed. De schrijfster geeft tijdens dat interview toelichting op haar boek en haar manier van schrijven.