Verslag | De Grote Hermans Avond (27 november 2013)
Gisteravond werd in Amsterdam het eerste deel van de langverwachte biografie van W.F. Hermans gepresenteerd tijdens De Grote Hermans Avond in De Rode Hoed. De mislukkingskunstenaar, zoals dit deel is heet, is geschreven door prof. dr. Willem Otterspeer, hoogleraar aan de Universiteit van Leiden. Otterspeer kreeg toegang tot het archief van Hermans en werkte tien jaar lang aan De mislukkingskunstenaar. Deze gloednieuwe Hermansbiografie maakte al veel tongen los, er ontstond een heuse polemiek.
Thomas van den Bergh presenteerde De Grote Hermans Avond. In een volle Oosterhuiszaal kreeg auteur Tommy Wieringa als eerste het woord. Hij noemde de nieuwe biografie ‘elegant en afgewogen’ en sprak zijn bewondering uit over Willem Otterspeer: ‘De biograaf heeft de literatuur oprecht lief, als lezer en als schrijver.’ Voor Max Pam had Wieringa geen goed woord over; met evenveel humor als venijn werd de polemist terechtgewezen.
Vervolgens sprak Henk Pröpper, directeur van uitgeverij De Bezige Bij, lovende woorden over Otterspeer en over zijn werk. Hermans voorziet nog altijd velen van ‘brandstof’, zo was zijn conclusie. Pröpper sprak de hoop uit dat ook jongeren de biografie en de boeken van Hermans zullen lezen. In zijn dankwoord haalde Willem Otterspeer anekdotes aan, bijvoorbeeld over voormalig uitgever Robbert Ammerlaan. Hij bedankte de erven Hermans, het Huygens Instituut, het Willem Frederik Hermans Instituut, het Letterkundig Museum, de Leidse universiteit en De Bezige Bij. ‘Hermans is nog altijd springlevend,’ sprak de biograaf, doelend op de in de media geuitte kritiek.
Hierna vond de ‘wereldprimeur’ plaats van het toneelstuk De hemelvaart der dwaze maagden. Kort na de oorlog schreef Hermans dit toneelstuk en Otterspeer diepte het op uit het archief van Adriaan Morriën. Onder regie van Carel Alphenaar brachten enkele studenten theaterwetenschappen het stuk eenmalig ten uitvoer. Het komische stuk in twee bedrijven was een sfeervolle toevoeging aan de avond.
Hiernaar vertelde Otterspeer tijdens een interview door Van den Bergh dat zijn bewondering voor Hermans als schrijver enorm is toegenomen en dat zijn beeld van Hemans als mens complexer is geworden. De mislukkingskunstenaar omvat de periode 1921-1951. De rol van Hermans’ zus Corry – zij pleegde aan het begin van de oorlog zelfmoord – is bepalend geweest in het leven van Hermans en daarom gaat er ook in de biografie aandacht naaruit. De nalatenschap van Corry geldt dan ook als de belangrijkste ontdekking in dit boek. Otterspeer wil duidelijk maken dat Hermans haar niet alleen haatte (zoals hij altijd zei), maar ook liefhad. De biograaf gelooft dat Hermans schrijverschap en wereldbeeld al van jongs af aan vaststond; de dood van zijn zus en de oorlog zag Hermans als een bevestiging ervan. Het leitmotiv voor dit deel van de biografie was de mislukkingskunstenaar – Hermans wou zo graag ‘alles’, dat hij gedoemd was onder zijn eigen ambitie te bezwijken -, in het tweede deel zal het wraakmotief naar voren komen. Halverwege het interview werd een fragment van Hermans getoond uit de serie Literaire Ontmoetingen.
Het was een mooie, gevarieerde avond. Helaas was er geen tijd om vragen te stellen aan de biograaf. De komende tijd geeft Otterspeer daarentegen veel lezingen, zie hier een overzicht. Bekijk ook de reportage die Nieuwsuur gisteravond uitzond naar aanleiding van de verschijning van De mislukkingskunstenaar.
Ik zou De mislukkingskunstenaar graag lezen. Ik geloof zeker dat Otterspeers biografie zorgt voor een beter begrip van het werk van één van Nederlands grootste schrijvers.